Een pacemaker bestaat uit twee delen: een batterij en 1 of 2 elektrodes afhankelijk van de reden voor pacemaker plaatsing. De batterij zorgt voor de mogelijkheid tot het geven van elektrische impulsen wanneer dit nodig is op basis van uw hartritme. Dit is een schijfvormig metalen toestel van ongeveer 4 op 3cm en 1cm dik en wordt geplaatst aan de onderrand van het sleutelbeen, onder de huid, bovenop de borstspier. De kant van plaatsing is afhankelijk van een aantal factoren (bv. aanwezigheid van andere katheters, voorgaande ingrepen aan schouder of borst etc.), maar meestal wordt de pacemaker links geplaatst.
De elektrodes worden aan de batterij gekoppeld en worden via een kleine ader in het schoudergebied rechtstreeks tot in de rechter kamer en voorkamer gebracht. Hier kunnen zij de elektrische activiteit van uw hart meten en ingrijpen met een elektrische impuls indien nodig.
De batterij gaat een aantal jaar mee, indien de levensduur verstreken is, zal een nieuwe batterij moeten geplaatst worden. De ingreep daarvoor is minder uitgebreid omdat de elektrodes ter plaatse blijven bij het vervangen.
Uw behandelend cardioloog zal u meer uitleg geven over het specifieke type pacemaker die u nodig hebt.